SV | Wanneer dan dit volk, of een profeet, of priester u vragen zal, zeggende: Wat is des HEEREN last? Zo zult gij tot hen zeggen: Wat last? Dat Ik ulieden verlaten zal, spreekt de HEERE. |
WLC | וְכִי־יִשְׁאָלְךָ֩ הָעָ֨ם הַזֶּ֜ה אֹֽו־הַנָּבִ֤יא אֹֽו־כֹהֵן֙ לֵאמֹ֔ר מַה־מַשָּׂ֖א יְהוָ֑ה וְאָמַרְתָּ֤ אֲלֵיהֶם֙ אֶת־מַה־מַשָּׂ֔א וְנָטַשְׁתִּ֥י אֶתְכֶ֖ם נְאֻם־יְהוָֽה׃ |
Trans. | wəḵî-yišə’āləḵā hā‘ām hazzeh ’wō-hannāḇî’ ’wō-ḵōhēn lē’mōr mah-maśśā’ JHWH wə’āmarətā ’ălêhem ’eṯ-mah-maśśā’ wənāṭašətî ’eṯəḵem nə’um-JHWH: |
Wanneer dan dit volk, of een profeet, of priester u vragen zal, zeggende: Wat is des HEEREN last? Zo zult gij tot hen zeggen: Wat last? Dat Ik ulieden verlaten zal, spreekt de HEERE.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Wanneer dan dit volk, of een profeet, of priester u vragen zal, zeggende: Wat is des HEEREN last? Zo zult gij tot hen zeggen: Wat last? Dat Ik ulieden verlaten zal, spreekt de HEERE.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!